Kloosterkerk van de zusters Redemptorinnen (Brugge) | beschermd gebouw, katholieke kerk, 19e eeuwse constructie

Belgium / West-Flandern / Brugge / Katelijnestraat, 103
 beschermd gebouw, katholieke kerk, 19e eeuwse constructie

Neogotische kloosterkerk, aan noordzijde palend aan het 17de-eeuwse godshuis "Hertsberge" en ten oosten en zuiden ingebouwd door het klooster. Eenbeukige, georiënteerde kerk waarvan de plattegrond bestaat uit een portaal geflankeerd door twee zijportalen van een halve travee; linkerzijtravee met ingesloten trap naar het doksaal; eenbeukig schip van zes ongelijke traveeën waarvan de eerste twee zijn overbouwd door het doksaal; rechthoekig koor, ingebouwd door een reliekkamer en sacristie ten noorden en door een vierkante winterkapel ten zuiden. Materialen. Baksteenbouw in combinatie met arduin voor sierelementen van voorgevel. Geheel onder leien zadeldak met dakruiter achter het geveltopstuk; glazen bovenlichten ingewerkt in nok- en dakvlakken ter vervanging van de vroegere lantaarntorentjes. Neobarokke westgevel uit de jaren 1960 grosso modo uitgewerkt als een soort van uitgelengde halsgevel met topstuk onder halfrond fronton. Middentravee afgelijnd door twee versneden steunberen. Rondboogportaal in geblokte neobarokomlijsting met aansluitend bovenlicht met geprofileerde omlijsting. Dominerend, hoog rondboogvenster met ijzeren harnas en glas-in-lood, bekroond door medaillon met guirlandes. Topstuk opgevat als een soort van aedicula met rondboogvormig galmgat ter afscherming van de achterliggende klokkenkamer. Vier kleine, rechthoekige vensters ter hoogte van de zijtraveeën. Verankerde, neogotische noordgevel geleed door spitsboognissen waarvan de boogvelden in de drie rechtertraveeën zijn voorzien van een spitsvenster. Interieur. Contrasterende neogotische vormgeving en ruimtewerking met beperkte, doch bijzondere lichtinval. Bepleisterd en sinds 1931 beige beschilderd interieur met slechts enkele kleuraccenten. Schip met enkelvoudige opstand: de gebundelde halfzuilen met gehistoriëerde kapitelen dragen ongelijke kruisribgewelven met trekankers; polygonale, zenitale bovenlichten met geel bloemmotief vervangen de "klassieke" sluitstenen. Ongelijke, spitsboogvormige muraalbogen, soms opgedeeld in gekoppelde spitsbogen, waarin telkens een beeld op console met engelfiguur is geplaatst van (aan de noordzijde) Maria, de H. Alfonsus, Andreas, Simon, Thaddeus, Thomas, Johannes, Paulus en (aan de zuidzijde) Petrus, Jacobus major, Matheus, Jacobus Minor, Batholomeus en Philippus. In het koor, smalle ongelijke muraalbogen en kruis- en straalgewelven. Tegen de westgevel, quasi gesloten orgeltribune achter zorgvuldig uitgewerkt smeedijzeren hek. De aankleding van de sacristie, met de kamerhoge wandkasten, is nog oorspronkelijk. Boven de sacristie bevinden zich enkele ruimten waar de relieken en devotievoorwerpen werden bewaard (zoals een kruis beschilderd door de stichter H. Alfonsus en een kussen waarop genoemde knielde tijdens zijn bisschopswijding) en waar de zusters konden biechten (merkwaardige constructie, waarbij de biechtvader via een trapje vanuit het koor naar boven kwam, biecht hoorde, maar geen visueel contact kon hebben met de biechtelingen die enkel vanuit het klooster de biechtruimte konden bereiken). Mobilair. Art deco-hoogaltaar, vervaardigd door W. Deldaele uit Roeselare, met tabernakel van J.C. Spoorenberg uit Brussel, beide van 1931. Marmeren zijaltaren links gewijd aan O.L.Vrouw van Altijddurende Bijstand en rechts aan het H. Hart, en een marmeren communiebank, alle vervaardigd door de Brugse beeldhouwer François Lefebure in 1847. Hogervermelde beelden van Félix Dumortier (1801-1868). Monumentale piëtagroep in 1857 gemaakt door François Detombay en geschonken door E.H. graaf Henri Goethals. Schyvenorgel van 1847 en koorbanken.

id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82005
Nearby cities:
Coördinaten:   51°12'5"N   3°13'39"E
This article was last modified 6 jaren geleden