Notre-Dame van Parijs (Parijs)

France / Ile-de-France / Paris / Parijs / Parvis Notre-Dame - Pl. Jean Paul II
 kathedraal, christendom, van historisch belang, gotiek (architectuur), Brick Gothic (architecture) (en), UNESCO werelderfgoed, beschermd gebouw, katholieke kerk, gebouw zonder woonfunctie, 14th century construction (en), fire tragedy (en)

De Notre-Dame van Parijs is een in vroeggotische stijl opgetrokken kathedraal op het Île de la Cité, in het centrum van Parijs.

De bouwheer was Mauritius van Sully, bisschop van Parijs. Hij had de steun van koning Lodewijk VII van Frankrijk en van het kapittel. Bisschop De Sully liet eerst de Sint-Stefanuskathedraal, gelegen vlak voor de latere Notre-Dame, tot de grond afbreken.
De eerste steen van de Notre-Dame werd in het voorjaar van 1163 (volgens het Memoriale Historiarum van kroniekschrijver Jean de Saint-Victor tussen 24 maart en 25 april) door paus Alexander III en Lodewijk VII van Frankrijk geplaatst.

Tegen 1177 was het koor voltooid en op 19 mei 1182 werd het nieuwe hoogaltaar ingewijd door kardinaal Henri de Château-Marçay, de pauselijke gezant in Parijs, en Maurice de Sully. Men bouwde destijds doorgaans eerst het koor, zodat de kerk al gebruikt kon worden terwijl er elders nog gebouwd moest worden. Na de dood van bisschop Maurice de Sully in 1196, werd onder zijn opvolger Eudes de Sully begonnen met de bouw van het transept en het schip. Halverwege de 13e eeuw waren ook de westtorens voltooid, waarna tot 1345 nog gewerkt werd aan het interieur en de straalkapellen.

De gewelven van middenschip en dwarsschip (transept) zijn zogenaamde ribgewelven in steen; stevige en dikkere ribben (d.w.z. bogen of halfbogen) die elkaar kruisen of raken met daartussen veel lichtere en dunnere segmenten. In het geval van de Notre Dame bestaat één travee uit zes segmenten.
De westgevel van de Notre-Dame, die uitkijkt op het Parvis Notre-Dame - place Jean-Paul II, is rijkelijk versierd met beeldhouwwerk. De drie portalen – van links naar rechts het Mariaportaal, het Portaal van het Laatste Oordeel en het Annaportaal – worden omzoomd door beelden van Bijbelse figuren en bisschoppen. Boven de portalen bevindt zich de zogeheten koningsgalerie met beelden van de koningen van Juda als verbintenis tussen de Franse monarchie en de Kerk.
De waterspuwers van de Notre-Dame stammen zowel uit de middeleeuwen als de negentiende eeuw. De als monsters vormgegeven spuwers zorgen ervoor dat het regenwater niet langs de gevel naar beneden stroomt.
De kerk was een van de eerste gebouwen ter wereld waar de luchtbogen gebruikt werden. Het originele ontwerp bevat deze bouwkundige onderdelen echter niet. Toch zijn zij rond het koor en het schip toegepast. Tijdens de gotiek werden dunne muren erg populair. Deze zijn dan ook toegepast in de Notre-Dame, maar bij de bouw kwam men erachter dat deze dunne muren zonder externe steun niet overeind kunnen blijven staan; er kwamen scheuren in de muren en ze begonnen naar buiten te leunen door hun eigen gewicht. Als reactie begonnen de architecten steunen te bouwen rond de buitenmuren. Bij latere kerken bleven deze steunen terugkomen.
Nearby cities:
Coördinaten:   48°51'10"N   2°20'59"E