Het Lisje

 meer, plas  Categorie toevoegen

 Een foto toevoegen

Visvijver ’t Lisje

In 1988 werd visvijver ’t Lisje aan de Proosbroekweg in gebruik genomen. De vijver telt een oppervlakte van 4 ha., heeft een oeverlengte van 1100 meter en is voorzien van twee schuilhutten en een vissteiger voor rolstoelgebruikers/minder validen. De vijver is ruim vijf meter diep, maar zo’n 10 meter uit de kant staat er gemiddeld 2,5 meter water. Inmiddels heeft de natuur in en rond de vijver zich prachtig ontwikkeld; er zijn vele soorten water- en oeverplanten, vogels en insecten te bewonderen, waardoor het gebied niet alleen bij sportvissers, maar ook bij andere natuurliefhebbers erg in trek is.

Al vrij snel na de opening van de vijver bleek, dat de vissen in ’t Lisje niet goed groeiden. Er werd alleen maar kleine vis gevangen. Een visserijkundig onderzoek, uitgevoerd door de OVB in 1992 wees uit, dat er veel fosfaten en nitraten aan het water werden onttrokken door ijzerrijk kwelwater. Een structurele oplossing zou gevonden kunnen worden met het toevoegen van voedselrijk water.

Daarom is er in 2002 naast de eerste vijver een tweede vijver; een zogenaamde buffervijver gekomen. Deze buffervijver kan door middel van een inlaat gevoed worden met water uit het aangrenzende Wilhelminakanaal. Vervolgens kan dit water, na biologisch gezuiverd te zijn in de buffervijver, worden ingelaten in de eerste vijver. Hierdoor wordt en relatief fosfaat- en nitraatrijk water aan de vijver toegevoegd, wat een gunstig effect heeft op het natuurlijk voedselaanbod voor vissen.

Visstand

Aan ’t Lisje kunnen sportvissers het met verschillende vissoorten “aan de stok” krijgen. Het witvisbestand is zonder meer goed te noemen en bestaat uit (grove) brasem, blankvoorn, zeelt en in iets mindere mate winde en rietvoorn. Ook karpervissers komen er aan hun trekken en kunnen schubkarpers en spiegelkarpers verwachten tot 25 pond.
Het roofvisbestand bestaat uit baars en snoek. In de winterperiode wordt er door sommigen gericht op snoek gevist met dood aas; er zijn daarbij al diverse metersnoeken gevangen.

Aan een beperkt gedeelte van de buffervijver mag ook gevist worden. Vanwege de vele ondergedoken waterplanten (hoornblad en waterpest) is bodemvisserij er moeilijk; voor de visserij aan de oppervlakte (vliegvissen) is deze vijver zonder meer een uitdaging. In tegenstelling tot de “oude” vijver zwemt er nagenoeg geen brasem en karper rond in de buffervijver, maar zijn er vooral plantenminnende soorten te verwachten: ruisvoorn, zeelt en winde. In de herfst/winter, als de planten afsterven, kan de kunstaasvisser rekenen op snoek.

Contact

Hengelsportvereniging De Oirschotse Sportvissers

Secretaris
Leon Balmer
Kijkduinlaan 49
5045 PE Tilburg
Telefoon: 06 46 00 32 54

E-mail: info@deoirschotsesportvissers.nl